Mijn moeder kocht eens koffiemelk met advocaatsmaak. Nietsvermoedend greep ze mis in het schap der romigheid. Het flesje had zich van winkel tot keukentafel weten te vermommen als ordinaire koffiemelk. Het enige moment waarop mijn moeder haar vreemde daad had kunnen vermoeden was bij het afrekenen. Op het bonnetje stond: KoffieMelk Advct. Maar zij is het type niet dat bonnetjes controleert. Ze vroeg mij ook nooit naar een bon als ik boodschappen voor haar deed. Dus legde ik bij de kassa meestal een Raider tussen de andere boodschappen op de band, die ik dan onderweg naar huis naar binnen schrokte.
Ook zij was deze keer onbekommerd op huis afgegaan, had haar linnen tassen uitgepakt en koffie gezet. Zelfs toen de koffie in onze mokken kolkte en een wolkje van de room zich ermee vermengde, drong het nog niet tot ons door welke smaaksensatie ons te wachten stond. Wat wil je? Het woord advocaat was nauwelijks te lezen op het flesje. Ja, later bij de glasbak zag ik het staan. In lichtgele krulletters. Maar aan de keukentafel? Zoals beleefdheidsvormen ook bij ons thuis gelden, spuugden we niet direct de eerste slok koffie over de tafel uit. Sterker, wij twijfelden hevig aan onszelf. Zonder dat we het van elkaar wisten. Was er een bonbon in de koffie gevallen?