Een Chinees.
Gisteren bij de Albert Heijn.
Hij stond op het punt vier pakken Friso babyvoeding af te rekenen,
toen een oud mannetje hem terecht wees.
Je mag er maximaal drie, zei die.
Verbaasd keek ik toe hoe het voorval zich voltrok.
De oude man was woedend.
Hij beschuldigde de Chinees van illegale handel.
Steenrijk worden ze ervan, zo redeneerde hij.
Wat een vertrouwen, dacht ik. In een merk.
Waarom toch?
Vroeger kochten we spullen van mensen die we kenden.
Ik bakte brood voor jou. Jij repareerde mijn schoenen.
Wij ontmoetten elkaar, kenden elkaar en waren verbonden met elkaar.
Maar dan. De industriële revolutie.
Arbeiders in fabrieken. Die wij als consument liever niet zagen.
Of sterker nog, niet te zien kregen. Ze werden buiten beeld gehouden.
In plaats van een gezicht, kregen we een merk.
Een Quaker. Een Appel. Een Wild Beest.
Wauw!
En die beeldmerken kregen we heel vaak te zien.
Op billboards, in kranten en later op televisie.
En nu op internet.
Want er is niets veranderd.